Wie was Seidenfaden?

Wanneer in januari 1827 gerechtsdienaren van het parket Obernkirchen in de besneeuwde bossen an Bückeberg een lijk vinden dat al in staat van ontbinding verkeert, betekent dit het begin van een sensationele geschiedenis, die uniek is voor de Duitse justitie en criminaliteit. Meer dan tien jaar zou het duren voordat de schuldige werd veroordeeld en terechtgesteld.
Niet de daad zelf, en afrekening in het criminele circuit, maakt de zaak zo uitzonderlijk, maar de biografie van de dader. Johann Heinrich Seidenfaden werd in 1797 in Rolfshagen bij Obernkirchen geboren en groede op in een tijd van armoede, die later als "Pauperismus" in de geschiedenisboeken werd beschreven. Evenals zijn medeplichtige Wilhelm Mühlhaus behoorde hij tot de sociale onderlaag van de bevolking. Beiden waren buitenechtelijke kinderen van Hessische huzaren. Zij gingen al jong op het criminele pad en zaten al vroeg in de gevangenis.
Uit angst voor verraad vermoordden Seidenfaden en Mühlhaus in 1825 hun maat Wilhelm Faul in het bos bij Obernkirchen.



Zoekbeschrijving van Wilhelm Faul
Zoekbeschrijving van Wilhelm Faul
(tot de tijd was hij verstopt in het Bückeberg)

De misdaad werd kort daarna ontdekt. Beiden werden gearresteerd en in 1831 ter dood veroordeeld door het gerechtshof in Rinteln.
Maar terwijl Mühlhaus voor de stadstoren van Rinteln in het openbaar onthoofd werd, wist Seidenfaden uit de gevangenis te ontsnappen en onder te duiken in Nederland. 
Hij trad in Harderwijk in dienst bij het Nederlandse leger onder de naam "Wilhelm Wiggers". Hij was een verdienstelijk soldaat tijdens de Afscheidingsstrijd van de Belgen. Daarna werd hij naar Suriname overgeplaatst voor de bewaking van de haven in Paramaribo en om gevluchte slaven op te pakken, die zich in het oerwoud hadden verstopt.


Uniform van een Westindische Jager in Surinam omstreeks 1830
Uniform van een Westindische Jager in Surinam omstreeks 1830

Bij toeval werd Seidenfaden door een matroos uit Schaumburg herkend en deze gaf hem aan bij de politie. Een militair onderzoek in Fort Zeelandia bevestigde de verdachtmakingen. Hij werd op transport gesteld naar Nederland en uitgeleverd aan het gerechtshof te Rinteln.
Volgens de rechter was het doodvonnis nog steeds van kracht. De bevolking daarentegen had hier een andere mening over. Men nam steeds meer afstand van de heersende wetgeving en de politieke verhoudingen. Bovendien had men medelijden met Seidenfaden. Hij had immers een nieuw leven opgebouwd en zich niet meer schuldig gemaakt aan misdaden. Ook de kerk was 
het met deze opvatting eens. Ondanks een petitie van de Pastores uit Schaumburg om de doodstraf om te zetten in "levenslang", weigerde de keur-hessische Prins Friedrich Wilhelm gratie te verlenen, met name om zijn gezag te doen gelden tegenover de liberale oppositie.
Op 6. Februari 1837, meer dan 10 jaar na de moord, werd Johann Heinrich Seidenfaden in het openbaar onthoofd te Rinteln. 


Kleurig gravure van het Heinekamp
Kleurig gravure van het Heinekamp
vlak bij Rinteln aan de Weserstroom
(Terechtstellingsplaats)

De voltrekking was een regelrecht schandaal. Ten overstaan van een grote menigte moest de beul vijf keer achtereen hakken voordat het hoofd van de romp gescheiden was. De burgerwacht van Rinteln kon nog net voorkomen dat de beul door de woedende menigte werd gelyncht. Dit was de laatste openbare voltrekking van een doodvonnis in het gebied van de Weser.


Schildering van een terechtstelling in de jaar 1852
Schildering van een terechtstelling in de jaar 1852

Tot op de dag van vandaag wordt de geschiedenis van Johann Heinrich Seidenfaden levendig gehouden in Schaumburg en ver daarbuiten. Dat heeft talrijke verhalen, legenden, theaterstukken en novellen opgeleverd.

Schaumburger Landschaft e.V.
Museum Eulenburg Rinteln
Berg- und Stadtmuseum Obernkirchen


Het project "Seidenfaden" betreft drie onderdelen:
Tentoonstelling, Excursies en een publicatie.

Terug

Frank Ackemann 2002