Wanneer in januari 1827
gerechtsdienaren van het parket Obernkirchen in de besneeuwde bossen an
Bückeberg een lijk vinden dat al in staat van ontbinding verkeert,
betekent dit het begin van een sensationele geschiedenis, die uniek is
voor de Duitse justitie en criminaliteit. Meer dan tien jaar zou het duren
voordat de schuldige werd veroordeeld en terechtgesteld.
Zoekbeschrijving van Wilhelm Faul (tot de tijd was hij verstopt in het Bückeberg) Maar terwijl Mühlhaus voor de stadstoren van Rinteln in het openbaar onthoofd werd, wist Seidenfaden uit de gevangenis te ontsnappen en onder te duiken in Nederland. Hij trad in Harderwijk in dienst bij het Nederlandse leger onder de naam "Wilhelm Wiggers". Hij was een verdienstelijk soldaat tijdens de Afscheidingsstrijd van de Belgen. Daarna werd hij naar Suriname overgeplaatst voor de bewaking van de haven in Paramaribo en om gevluchte slaven op te pakken, die zich in het oerwoud hadden verstopt. Uniform van een Westindische Jager in Surinam omstreeks 1830 Volgens de rechter was het doodvonnis nog steeds van kracht. De bevolking daarentegen had hier een andere mening over. Men nam steeds meer afstand van de heersende wetgeving en de politieke verhoudingen. Bovendien had men medelijden met Seidenfaden. Hij had immers een nieuw leven opgebouwd en zich niet meer schuldig gemaakt aan misdaden. Ook de kerk was het met deze opvatting eens. Ondanks een petitie van de Pastores uit Schaumburg om de doodstraf om te zetten in "levenslang", weigerde de keur-hessische Prins Friedrich Wilhelm gratie te verlenen, met name om zijn gezag te doen gelden tegenover de liberale oppositie. Op 6. Februari 1837, meer dan 10 jaar na de moord, werd Johann Heinrich Seidenfaden in het openbaar onthoofd te Rinteln. Kleurig gravure van het Heinekamp vlak bij Rinteln aan de Weserstroom (Terechtstellingsplaats) Schildering van een terechtstelling in de jaar 1852 Schaumburger
Landschaft e.V.
|